De Dijkdichters

Juul Baars

Juul Baars

God

Vanmorgen zag ik God

Ik zag haar in
een oorlogsland
Ze had al maanden honger
Haar ouders
bruut vermoord
omdat ze anders waren
of misschien alleen maar
mensen met een kind
van nauwelijks tien

En door haar ogen sprak
mijn machteloosheid
en haar gezicht
verschrompelde mijn huid
Mijn hart verstomde
al mijn vragen
en mijn leed
werd weggevaagd door
de manier waarop ze
naar me keek
en niets zei
met miljoenen
woorden sprekend
van verdriet...

© Juul Baars, 29 januari 2016

- Naar (begin) (einde) pagina.



Juul Baars

Dijkdichters

daar wordt het woord besproken
en schept men fantasie
daar wordt de tekst doorbroken
daar groeit melancholie

daar schallen de poëten
in raadsels en in rijm
het idioom gespleten
daar werkt de geest als lijm

daar komt elk woord tot leven
in haiku of kwatrijn
ja daar ontstaat de kiem
om stadsdichter te zijn.

© Juul Baars 27 mei 2019
stadsgedicht 2019

- Naar (begin) (einde) pagina.



Keerpunt

Voorbij het keerpunt
liggen platgetreden paden
ik liep ze
zonder te zien

En toen de schemering inviel
plukte ik het laatste licht
verzamelde sterren
die flonkerden
in mijn hand

Vlak voor de laatste grens
keek ik om
naar alles wat ik was vergeten
of nooit had opgemerkt

Pas bij de laatste stap
vond ik mezelf
in volle vrijheid
om werkelijk
lief te hebben

© Juul Baars, 22 januari 2018

- Naar (begin) (einde) pagina.



En als ik doodga

En als ik dood ga
vermengt mijn ziel
zich met de wolken
en schrijf ik met
een zonnestraal
jouw naam
voluit in het heelal.

Dan zweef ik samen
met de vogels
tot de oneindigheid
van liefde
En waar de
zachte regen tranen
huilt, als parels
van vergetelheid,
die oplossen als
dauwdruppels
in de warmte van
de zon.

Daar zal ik rusten
tot mijn zijn
vervlogen is
en vlij ik me
als een vervagende
herinnering
in de uithoek
van jouw hart.

© Juul Baars, 27-01-2016

- Naar (begin) (einde) pagina.



Eindeloos

En als er niets meer rest
dan het ruisen van mijn vragen.
De stilte doelloos is
en nauwelijks te dragen.
Gedachten tergend sterven,
in een nutteloze droom
En woorden spreken
zonder ziel
in een constante stroom.
Dan ben ik niets
en blijf ik stil.
Niets dat ik kan,
niets dat ik wil.
Bewegingloos,
van binnen
diep verward.
Herinner ik me slechts
het eindeloos verlangen,
in mijn hart.

© Juul Baars, augustus 2015

- Naar (begin) (einde) pagina.




Terug naar "De Gedichten"


2022-11-03 (59454)