De Dijkdichters

Archief: Marc Broekmans

Marc Broekmans

Mooi blauw

Hoe jij die kelk leeg drinkt
jouw snuitje zuigend in de steel
een weg zoekt naar het vocht
de frêle poten benut voor
het subtielste evenwicht

Hoe jij na deze stille daad
het zwerk afspeurt naar
sappige prooien en
voedzame zuren, met
jouw speelse capriolen

Hoe jij desnoods in de
lucht jouw partner vindt
haar teer bemint, je blinkende
vleugels draagt op zoele wind
gauw muggen en larfjes verslindt

Mooie blauwe glazenmaker
er loeren tal van roofvogels
die jou zien als lekkernij
nu vlieg je hier nog vrij
jouw snelle leven ten top

Maar na maanden ben je op


© Marc Broekmans september 2018

- Naar (begin) (einde) pagina.



Zij

haar adem is fris

schuimend aan mijn kuit ligt zij

in grijsblauw vernis


zij trekt zich terug

beweegt langzaam naar voren

glijdend en kolkend


haar geur intrigeert

zoet en zilt penetreren

een oud ritueel


tijdig en eeuwig

maakt zij onze liefde los

uit diepe gronden


Alleen dicht bij haar

zie ik haar oneindigheid

zij geeft haar lichaam


© Marc Broekmans juni 2018

- Naar (begin) (einde) pagina.



Een glimp van lente

Verrassend midden in de winter
Een vleugje rood tussen de takken
Sierlijk licht bij felle zon
Een indruk van de bonte specht

Luidkeels te horen tijdens het boren
Steekt zij af tegen de natte sneeuw
Mijn oog wil haar lijfje vangen
Doch slechts een glimp gunt zij mij

Genoeg voor een verwijzing
naar haar betoverende gratie

Wat weerklinkt is nog de echo
In de holte van de boomstam
Zo kondigt zij een flard van lente aan


© Marc Broekmans maart 2018

- Naar (begin) (einde) pagina.



Isolement

Hij loopt van de muur naar het kastje
En van het kastje terug naar de muur
Hij stapt naar buiten, en voelt het gluren
Dan weer naar binnen, zijn hersens spinnen

De chaoot weet het niet meer
De chaoot heeft het iedere keer
IJsberend gaat hij door de ruimte
Van zijn zelfgekozen isolement

Sokken, sleutels, brillen kwijt, spullen van elke aard
De chaoot heeft veel bewaard, maar de kalmte niet
Hij oogt verstrooid, keert zijn binnenste buiten
En zijn buitenste binnen, tot zijn oren tuiten

Hij ziet door de bomen het bos niet
Noch door het dichte bos de bomen

En binnen maant hij pratend zijn geest tot rust
Zo veel meegemaakt, lijkt er niet voor toegerust
De chaoot voelt zich nooit vrij, altijd bekeken
Zijn geheugen is rommelig, net als zijn kamer

Wie verlost hem toch van de man met de hamer?


© Marc Broekmans 2018

- Naar (begin) (einde) pagina.



Het

Het is kostbaar
Niet te vatten
Het is ongrijpbaar

Het is voelbaar
Een uitdaging
Het is onvoorspelbaar

Het is gezellig
Een beproeving
Maar wonderbaarlijk

Het kan wreed zijn
Een kwelling
En confronterend

Het is samen
Of juist alleen
Het is willekeurig

Het is feestelijk
Een treurmars
Het is nooit hetzelfde

Het heeft geen nut
Of toch weer wel
Het is kloten en kut

Het is veelomvattend
Het is een wonder
Het is...

Het leven


© Marc Broekmans 2017

- Naar (begin) (einde) pagina.



Verwondering

Wat is verwondering?
Een verbaasd blikken
in een werkelijkheid
die niet de jouwe was?
Een verstilde bevestiging
van al het mooie in ons?
Een verrassing na
een lange sleur?
Een mystiek moment
in een natuur van
pracht die wegkwijnt?
Een aanschouwen van
een wonder van een wel
of niet bestaande God
Wat is verwondering?
Voor mij een vraag
voor u een weet
En andersom
Voor mij is het de
wereld, waar ik soms
van geniet maar die ik
vaak ook haat
om alles wat er mis gaat
en zal blijven gaan in het
zuivere besef dat de mens
de grootste slokop is
En de wetenschap dat wat
rest uit dit universum
een relikwie is
een laagje as voor de
nabestaanden
Neergezet, en een
tijdje later weer vergeten
Gewoon doorgaan met eten
In kalme verwondering
tot er niets meer over is


© Marc Broekmans 2017

- Naar (begin) (einde) pagina.



Tijd

Een brommend geluid
Versterkt het heldere blauw
De hemel trilt en zindert

Ik kijk naar boven

Een brommend geluid
Versterkt het heldere blauw
De hemel trilt en zindert

Ik luister nog een keer

Daar gilt een havik
En beneden stilt een
Spin zijn
Trek met een libelle

Het is september
Oudewijvenzomer zonder weerga

Een brommend geluid
Het heldere blauw
De koperen ploert

En ik alleen in mijn stoel
Ten prooi aan niets of niemand
Zo lijkt het

Slechts de knagende tijd


© Marc Broekmans, 2016

- Naar (begin) (einde) pagina.



Tegen de wind

Geel is de brem van de dijken die

Koppig tegen de wind de blauwe

Azuren zee omhelzen, zwart het asfalt dat

Onder mijn wielen door smakt, glinsterend

Tegen mijn haar, mijn oude grijze haar

Warm de wind die zucht langs mijn huid

Mijn gele zwetende werkende huid

Kleurloos mijn geest, die de elementen verbindt


© Marc Broekmans, 2016

- Naar (begin) (einde) pagina.



Een mooi gedicht

Je hebt een mooi gedicht geschreven
Jij die vaak worstelt met het leven

Je hebt een mooi gedicht geschreven
Om te verwerken, maar voor even

Je hebt een mooi gedicht geschreven
En van alles uit je ziel geschud

Je hebt een mooi gedicht geschreven
Dit bestaan heeft toch nog nut

Je hebt een mooi gedicht geschreven
Maar niet voor de eeuwigheid

Je hebt een mooi gedicht geschreven
Dat weer gewist wordt door de tijd...

Wees toch eens blij met dit streven
Je hebt weer een bundeltje geschreven...


© Marc Broekmans, 2016

- Naar (begin) (einde) pagina.



Aan zee

Juichend van het klimduin af
Hollend, gillend, op een draf
Nergens in dit overvolle land
Word je zo door rust overmand
Als hier aan zee en in het zand

Dit leven staat hier heerlijk stil
Het contrast met de stad is schril
Groenblauw Schoorl wat een pracht
De tijd vertraagt, iedereen lacht

Of lijkt hier blij en uitgelaten
Hier tellen de lasten noch de baten
Alleen bij de eindafrekening
Een dorps genoegen, niet gering

Een met de elementen en de geur
Van naaldbos en verder geen gezeur
Schoorl aan Zee, iedereen lacht
De tijd vertraagt, je bent een pracht...


© Marc Broekmans, 2016

- Naar (begin) (einde) pagina.



Lucht

'Lelystad geeft lucht'

Ugge ugge ugge

'Lelystad geeft lucht

Ugge ugge ugge

Geeft Lelystad nog lucht?

Ugge ugge ugge

Het is net een klucht

Dat 'Lelystad geeft lucht'

Lelystad gaf lucht

Tot die eerste vlucht

Nu hoor je ze kuchen

Ugge ugge ugge

 

Het is hier echt

Horen, zien en zwijgen

Laat ze alsjeblieft

De kolere krijgen

Daar ga je met je triple glas

Je hoort niet wat er eerder was

Je slaakt een diepe zucht

Uche Ugge Ugge


© Marc Broekmans, 2016

- Naar (begin) (einde) pagina.




Terug naar "Archief gedichten"


2023-05-14 (13889)