Zó alleen

het is warrig in hun hoofd
als ze praten
tegen zichzelf
als ze zich wijs maken
dat er straks iemand komt
speciaal voor hen

zo alleen achter de vensterbank
kijkend door het raam
naar de mensen op straat
die lachen in de zon
of gearmd lopen in de regen
elkaar groeten
niemand kijkt omhoog

ze voelen zich verdrietig
zo alleen
ze missen hun geliefde
in heftige pijn
zo alleen
tussen zovelen

wie bekommert zich om hen
hebben ze geen menselijke waarde meer?

hangend in hun alleen-zijn
hopen ze op wat aanspraak
ze kijken nog alleen maar
naar al die mensen
die hen niet schijnen te missen
of verlangen ze misschien
naar de dood

eenzaamheid is een langzaam vergift
waar geen medicijn voor is

© John Stigter, 4 oktober 2013