Requiem voor een rat

                                                   [ een herinnering ]

De dode rat die ik als kind eens had gevonden
daar langs de dijk, ik weet nog waar, bij opoes huis —
ik liep ermee naar binnen; rond 't fornuis
waren de vrouwen druk en doende. Waar ze stonden

weken ze gillend achteruit, zo ver ze konden:
van schrik en angst de handen voor hun borst en kruis.
Mijn kinderlijke trots bleek een abuis:
'k had geen idee wat hen zo zeer had opgewonden.

De rat, voorzichtig in mijn kinderknuist gesloten,
de spitse kop besnord, de lange staart, de poten,
maar ook die vrouwen in paniek — 'k vergeet het nooit.

Ik heb gehuild, niet om de tik die 'k incasseerde,
maar om de waardeloze dood die 'k kennen leerde,
omdat jij, rat, als afval op de mesthoop werd gegooid.

© floor koedam, 2013