[ uit: "Rijmen uit het Rompelrijk" ]

 

Het toekomstmonster

   In de dagen van nabij
spint het toekomstmonster huiver,
bindt hij kommer, kwel en last,
pint er pandemie aan vast,
speelt met kwaad en averij --
zijn ambities zijn vuilzuiver.

   In de jaren van welhaast
jaagt het toekomstmonster schaduw,
zaagt hij zekerheden stuk,
knaagt naar doem en ongeluk,
worden haat en nijd genaast --
zijn bedoelingen zijn afschuw.

   In de eeuwen van eerlang
kerft het toekomstmonster angststrijd,
werft hij hongersnood, terreur,
sterfte, misdaad, willekeur,
oorlog, rampen, ondergang --
want zijn streefdoel is de eindtijd.

© floor koedam, oktober 2012