de lokroep van de kraai

in het zwart van de nacht
wiekte de kraai voorbij
ik hoorde hem, zag hem niet
maar onmiskenbaar was zijn roep
- volg mij, kraste hij
ik weifelde en huiverde
alleen een handvol zwartkijkers
maakte aarzelend aanstalten
- méér niet! basta! kraste de kraai
die opnieuw overvloog
- klaar en gaan! mars!

de zwartkijkers zetten zich in beweging
onderwijl mompelend en murmelend
als bij een litanie
- voor wie de weg kwijt is / volg ons
voor wie duister het pad is / volg ons

- 't is kras! riep de vogel, rrras! rrras!
- waarheen, waarnaartoe, heer kraai?
prevelden de zwartkijkers
- naar het zwart van de middernacht
was het antwoord
de zwartkijkers schuifelden verder
voetje voor voetje
de armen gestrekt, tastend voorwaarts
en ze verdwenen, losten op
in het angstig zwart van de nacht

ik stond nog waar ik was
en trachtte mezelf te hervinden
in het bittere zwart van mijn onmacht
hopend op een eerste gloren

© floor koedam, 14 december 2018