Ach lief leeg vel
vind je het erg
nog wit te blijven
de grote woordenbrij in mij
laat zich nog niet beschrijven.

Ach nee lief mens
als onbeschreven blad
is de leegheid me ingewreven
en leef ik zonder woord of zin
toch mooi een maagdelijk leven.

Ach lief wit vel
je bent niet gemaakt
om leeg te blijven
je daagt me uit desnoods
de leegte te beschrijven.

Ach wat lief mens
ik heb geduld met
wat zich zal ontvouwen
ik lig hier rustig wit te zijn
ik wacht in vol vertrouwen.

Ach lief wit vel
'k zie onder ogen
mijn dichterlijke smachten
nog even dan verbinden zich
onze meesterlijke krachten:

De lege volheid is maar schijn
de volle leegte wil zichtbaar zijn.

© Marijke Kienhuis, 2018