Isolement

Hij loopt van de muur naar het kastje
En van het kastje terug naar de muur
Hij stapt naar buiten, en voelt het gluren
Dan weer naar binnen, zijn hersens spinnen

De chaoot weet het niet meer
De chaoot heeft het iedere keer
IJsberend gaat hij door de ruimte
Van zijn zelfgekozen isolement

Sokken, sleutels, brillen kwijt, spullen van elke aard
De chaoot heeft veel bewaard, maar de kalmte niet
Hij oogt verstrooid, keert zijn binnenste buiten
En zijn buitenste binnen, tot zijn oren tuiten

Hij ziet door de bomen het bos niet
Noch door het dichte bos de bomen

En binnen maant hij pratend zijn geest tot rust
Zo veel meegemaakt, lijkt er niet voor toegerust
De chaoot voelt zich nooit vrij, altijd bekeken
Zijn geheugen is rommelig, net als zijn kamer

Wie verlost hem toch van de man met de hamer?


© Marc Broekmans 2018